Soms kom je een museum binnen gewandeld waar je direct verliefd op wordt. Een aantal jaren geleden had ik dat met het Zuiderzeemuseum. En onlangs met het DAF Museum. Misschien wel om dat ik vroeger DAF modeltrucks verzamelde. Of omdat ik gewoon trots ben op ons nationaal product. Op uitnodiging ben ik afgereisd naar het Zuiden. Een alleraardigste mevrouw verwelkomt je aan de kassa. Om je al dirigerend door de schuifdeuren een fijn verblijf te wensen. Ongetwijfeld zullen jaarlijks zo’n 40.000 bezoekers deze Brabantse gastvrijheid ervaren. Daar sta je dan. Uitkijkend over het kloppend hart van het museum. Het trapje af voor de DAF Trucks, trapje op voor de Dafjes van weleer. Maar niet voordat je langs het tafeltje komt met de vrijwilligers van het museum, die de dag beginnen met een ‘bakske koffie’. Meteen rijst de vraag of deze gepensioneerde dames en heren vroeger in de DAF fabriek hebben gewerkt. Dat moet haast wel. Woonde je in Eindhoven dan werkte je in de gloriedagen van Neerlands Trots bij Philips of DAF. Of misschien wel bij Campina Melk. Met een vriendelijk ’goedemorgen’ start ik mijn toer bij de klassieke DAF Trucks. Maar er staat ook een splinternieuwe. Cadeautje van Paccar Trucks. De huidige eigenaar van de vrachtwagenbouwer uit Eindhoven.
Ik kijk mijn ogen uit. Alle gestalde klassiekers zien er uit alsof ze vanochtend van de lopende band zijn gerold. Spik en span. Glimmend staan de vrachtwagens gebroederlijk naast elkaar. Her en der afgewisseld met een aanhanger. Waar het allemaal mee begon. Ook de historische werkplaats van Hub van Doorne, de grondlegger van DAF, is in ere hersteld. Op de bovenste etage van het museum staan de Dafjes. Ook die met het pientere pookje. Alsof je een nieuwe auto uit aan het zoeken bent bij de garage. Vol trots staan de Dafjes te pronken. Of zoals dat bij klassiekers heet ‘in concoursstaat’. Ik sluit mijn bezoek af met een kort gesprek met één van de vrijwilligers. Ik ben onder de indruk van het museum. Wetende dat al die trucks en autootjes door vrijwilliger zijn opgeknapt en onderhouden worden. Met een passie die niet in woorden uit te drukken is. In mijn kielzog loop ik met Van Mierlo junior naar de parkeerplaats. Met de gedachte dat een museum zoals dit, nooit en te nimmer verloren mag gaan. Mijn zoon van bijna drie heeft in ieder geval kennis mogen maken met een stukje Nederlands Ondernemerschap van weleer. Onderhouden door mensen met passie! Waar we met recht trots op mogen zijn.
Onderweg, rijdend naar huis, hoor ik vanaf de achterbank en met een wijzend vingertje door het autoraam; “een DAF”.