Laad me met rust.

Het is vroeg. Zeg maar gerust midden in de nacht. De wekker gaat om 03.00 uur. Ik heb die dag de eerste dienst. Om te starten met lijn 90. Eén van de mooiste busritten. Kilometers lang over de Lekdijk vanaf de halte Schoonhovense Veer. Met aan de linkerhand de Lek die door de polder kronkelt. Rechts landerijen vol met fruitboomgaarden. Mits ik richting Utrecht rijd. Terug is het andersom. Dwars door pittoreske dorpjes met romantische namen als; Nieuwpoort, Langerak, Tienhoven en Ameide. Het is lente. Schapen grazen op de dijk. Een Hollandser landschap is er niet. Vanuit de garage in Utrecht neem ik een bus mee. Een spiksplinternieuwe Iveco, type Crossway, 13 meter lang. Mijn absolute favoriete bus om mee te rijden. Maar dat is meer voor later, tijdens de mannenpraat. Mijn collega reageert verbaasd. ‘Je bent er vroeg bij’ zegt hij. Maar ik wil een kwartiertje eerder op de halte zijn. Om in alle rust te genieten van de zonsopkomst bij dageraad, de vogels, de ganzen die ontwaken. Van de veerpont die reizigers overzet naar de overkant. Van de schippers die met hun machtige rivierschepen vroeg begonnen zijn aan hun vaart over de Lek. Of misschien wel de hele nacht hebben doorgevaren. Ik rij tussen al het vrachtverkeer over de A27 richting de afslag Meerkerk. Om vandaar richting Gelkenes door te rijden. Ruim 20 minuten voor aanvang dienst parkeer ik de bus op de halte Schoonhovense Veer. Ik zet de motor uit en stap van de bus. Het is nog donker. De schemering is voorzichtig aan het ontwaken. ‘Goeduhmorgen’ klinkt het vanaf de halte. Er staat al een passagier. Het is een Poolse man. Hij werkt bij een slopersbedrijf onder aan de Lekdijk. Hij begint een gesprek aan te knopen. Zijn auto heeft hij kort geleden in de prak gereden. Hij is nu op zoek naar een Volkswagen Jetta. ‘Maar die ies mouilijk ti vienden’ zegt hij in gebrekkig Nederlands. We kletsen de 20 minuten vol totdat het signaal in de bus klinkt om te vertrekken. Het Schoonhovense Veer heeft inmiddels al twee keer heen en weer gevaren. Achter mij heb ik de ganzen opgewekt de dag horen begroeten. We rijden Nieuwpoort door. Even verderop is zijn halte. Vanaf daar is het nog een klein stukje lopen over de dijk naar zijn bedrijf. Ik rij een honderd meter door en zet hem voor de deur van zijn baas af. Tijdens het korte ritje begreep ik ook dat het niet zo’n beste baas is. ‘Maare werk ies werk’.

Een week later kan ik mij weer verheugen op de dienst die vroeg start bij het Schoonhovense Veer. Ik rij nog vroeger dan de week daarvoor naar mijn beginhalte. Het belooft weer een mooie lentedag te worden. Ik kijk er al naar uit om me in alle rust op te laden voor de dag die komen gaat. Op de halte in het donker klinkt een groet. ‘Goeduhmorgen’. Ik denk verdomd, laat me met rust. Ik vraag de Pool hoe vroeg hij wel niet al op de halte staat. Blijkbaar woont hij aan de overkant en neemt iedere ochtend de eerste veerpont van de dag. We kletsen het half uur vol. Of beter gezegd, hij klets. Er is nauwelijks een speld tussen te krijgen. Hij praat over zijn gehandicapte zoontje, zijn gezinnetje en het leven in Nederland. Een leven dat beter is dan in Polen. Ik zet hem voor de deur bij zijn baas af. Ik rij verder in alle rust over de Lekdijk. Met een prachtige zonsopkomst. De vrolijkheid van de vogels en her en der een passagier die mijn bus instapt. Ik denk terug aan de gesprekken met de Pool. Ik besef me dat deze momenten boeiend en waardevol zijn. De leuke inspirerende gesprekken met passagiers van allerlei pluimage geven mij ook energie. Ik ben opgeladen voor de dag die nog maar net begonnen is.

Mijn dienstrooster laat een week later zien dat ik wederom vroeg van start ga op de halte Schoonhovense Veer. Ik zet mijn bus op de halte. Motor uit. Ik stap uit, kijk om me heen, geen passagier te bekennen. Ook de Pool laat verstek gaan. Enigszins teleurgesteld ga ik een klein half uur later op weg. In mijn gedachte troost ik mij met het idee dat hij waarschijnlijk na lang zoeken zijn Volkswagen Jetta heeft gevonden. 

Een paar weken later rijd ik weer lijn 90. Ditmaal van Utrecht naar het Schoonhovense Veer. Het is een uurtje of vier in de middag. Bij halte Vink op de Lekdijk steekt een man zijn hand op. Ik stop en open de deur. ‘Goeduhmieddag’.   

Lees ook: Van kantoorbaan naar busbaan.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

negen + acht =