Ik rij van Utrecht naar Rotterdam. Een sneldienst die er al met al toch een anderhalf uur over doet. Via de snelwegen A2, A27, afslag Meerkerk rijd ik door over de N 214 langs Noordeloos, de Slingelandse Plassen en Molenaarsgraaf naar Sliedrecht. Na door Papendrecht en Alblasserdam te zijn gereden draai ik de A15 op richting Rotterdam. Na de Van Brienenoordbrug op de A16 te hebben overgestoken neem ik de afslag Kralingseplein. Door deze rit vaker te rijden weet ik wat mij bij de eerstvolgende halte ‘Erasmus Universiteit’ staat te wachten. Ik rij met een zogenaamde ‘hoge vloer’ bus, een touringcar. Een laagvloerse bus is meer geschikt voor stads- en streekdiensten. Voordat ik de A16 verlaat spiek ik altijd even of er geen stadsbus van de Rotterdamse busmaatschappij RET of een streekbus van onze eigen maatschappij (die net als in Utrecht de concessie Zuid-Holland bedient) in de buurt is. Die laat ik dan netjes voorgaan.
Het is een mooie zonnige en warme dag. Bij de bushalte Erasmus Universiteit is het druk. Drommen studenten staan op de halte te wachten op de eerstvolgende bus. Voor mij staat er een uitdaging te wachten. In geen velden en wegen is een collega te bekennen met een stads- of streekbus. In mijn bus heb ik maar 47 zitplaatsen. Vanuit veiligheidsvoorschriften is het niet toegestaan om te staan in deze bus. Een aantal stoelen is al bezet door passagiers die het afgelopen uur zijn ingestapt. In een laagvloerse bus neem je met gemak zo’n honderd passagiers mee. Zittend en staand. Daarnaast is zo’n bus toegankelijker door de bredere deuren en de lage instap. In mijn bus moet je eerst drie treden omhoog. Ik open de voordeur. Het is dringen geblazen. Ik probeer de tel bij te houden. De laatste studenten waar nog een zitplaats beschikbaar voor is stappen in. Ik zeg tegen de studentes die instappen dat met dit mooie weer ze toch ook best wel een stukje kunnen wandelen naar hun eindhalte. Op plat Rotterdams krijg ik te horen van een studente; ‘Ja maar buschauffeur, lopen is ver hé!’ Ik kan mijn lach niet onderdrukken. Nog voordat ik de deur sluit zeg ik tegen de achtergebleven wachtende passagiers dat zij de eerstvolgende bus moeten pakken. Ik sluit de deur en door de voorruit zie ik mijn eindhalte al liggen. Ik rij weg en draai na zo’n 300 meter de halte van metrostation Kralingse Zoom op. De passagiers groeten en stappen uit. Tijd voor koffie. Ik parkeer mijn bus zo dicht mogelijk bij de pauze locatie van de RET. Want lopen is ver in Rotterdam.
Lees ook: Van kantoorbaan naar busbaan.