Het duurt nog een paar minuten voordat ik met lijn 41 vanuit het pittoreske Wijk bij Duurstede vertrek richting Utrecht. Het is mooi weer. De zon schijnt volop en ik kijk met een kop koffie in mijn hand uit over de fruitboomgaarden. De bloei moet nog inzetten. Het is vroeg in het jaar. De winter heeft nog geen afscheid van ons genomen. De bushalte ligt langs een druk bewandelde route. Op gezette tijden laten baasjes hun honden uit langs de appel en perenbomen die in hun winterslaapstand staan te wachten op een zonnig voorjaar. Voor mij wacht echter een hond. Hij staart me hoopvol aan en kwispelt er lustig op los. Ik kijk het baasje vragend aan. Ze begint te lachen en zegt “ja zij krijgt altijd een koekje van de buschauffeur”. Blijkbaar dragen enkele collega’s hondenkoekjes met zich mee om de vele viervoeters tijdens het wachten te verwennen met een knabbel. En een aai over de bol. Ik blijf op gepaste afstand. Met mijn allergie voor honden en katten is het niet wijs om de viervoeters eens uitgebreid te knuffelen.
Op de busremise iets verderop in Wijk bij Duurstede zwerft ook een poes. Die door de dag heen de nodige aandacht krijgt van enkele van mijn collega’s. Als ik laat op de avond alleen op de vestiging ben, staat dat beest te miauwen aan de voordeur. Uit eenzaamheid ga ik dan maar een praatje aan met de poes. De poes wijst mij er op dat zijn hoekje naast het pand die avond verstoken is van een snack. Of een schaaltje melk. Ik haal mijn schouders op en excuseer mij dat ik de poes ook niet verder kan helpen. Ik moet de poes een naam geven. Want zij staat mij inmiddels vaker laat op de avond op te wachten. Miauwend. Ondanks dat er bij mij geen droog brood te halen is. Koffie lust ze niet. Voor nu heet ze nog Poes.
Enfin, ik ga op weg naar Utrecht. Eindbestemming Centraal Station. Een rit van 45 minuten. Grotendeels langs de prachtige fruitboomgaarden rondom Wijk bij Duurstede, Cothen, Odijk. Langs het bedreigde natuurgebied Amelisweerd en een stuk door de stad Utrecht. Op halte C6 stappen de vele passagiers uit. C6 is een zogenaamde uitstaphalte. Alleen bestemd voor uitstappen staat er met dikke letters op het matrixbord. In de tussentijd werp ik een blik dwars over het perron naar halte C3. Dat is mijn volgende halte. De rit gaat vanaf daar weer terug naar Wijk. Bij Duurstede laat je er naar verloop van tijd vanaf. Voor het gemak. Het is druk aan het begin van de avond op C3. Dat zie ik al snel genoeg. Eigenlijk is het altijd druk op halte C3. De 41 is een druk lijntje. Ik zie ook een vrouw met een hond. Samen staan ze te wachten. Ik draai mijn bus van halte C6 naar C3. De passagiers stappen in en als laatste is de vrouw met de hond aan zet. Voor mij een onbekend ras qua hond. Ik vermoed een uit de kluiten gewassen Chow. Maar zover ik kan beoordelen een potentiële dader om mijn allergie hoogtij te laten vieren. De vrouw blijft nog even buiten de bus staan terwijl de hond al voor in de bus staat en mij aanstaart. Zijn tong bungelt een stukje uit zijn bek. Het duurt de hond blijkbaar allemaal te lang en hij springt met zijn voorpoten tegen mijn cabinedeur. De vrouw lacht en zegt dat de hond altijd een aai over de bol krijgt van de chauffeur. Ik excuseer hond en baasje en meld dat deze chauffeur zijn handen thuis houdt om niet de rest van de avond met een allergie opgescheept te zitten. De vrouw begrijpt het en neemt op veilige afstand plaats midden in de bus. Bij halte Odijk-Zuid stappen zij beide deze avond uit met een zwaai en een groet.
De vrouw en haar hond nemen vrijwel dagelijks de bus van Odijk-Zuid naar Utrecht Centraal om ’s-avonds weer huiswaarts te keren. Een week later is het weer hoog tijd om te vertrekken vanaf halte C3. Ik zie in de verte, vanaf halte C9, de vrouw met haar hond lopen. In een drafje. Ik stop alsnog om ze te laten instappen. Via de achterdeur dat dan weer wel. Goed ingeschat. Ze bedankt me hartelijk dat ik extra voor haar ben gestopt. In mijn gedachten geef ik de hond een naam; ‘Chow’. In Wijk zal Poes wel op mij staan te wachten. ‘Chow’ en ‘Poes’.
Vorige week stond ik weer op een avond op halte C6. Dé uitstaphalte van Utrecht CS. De passagiers stappen uit op het drukke Centraal Station van Utrecht. Op de halte voor Wijk staan behoorlijk veel mensen te wachten op mijn bus. Ook de vrouw met ‘Chow’, de hond. Het is een drukte van jewelste met bussen die komen en gaan. Intussen draait de Chow zich om en staart mij vanuit de verte aan. Ik ben enigszins verbaasd. Tientallen bussen uit alle windstreken draaien in de rondte en uitgerekend mijn bus heeft ‘Chow’ in de smiezen. Ik draai de bus van C6 naar C3. ‘Chow’ blijft mij volgen en houdt mij scherp in de gaten terwijl ik de bus de halte voor Wijk op draai. De passagiers stappen voorin. De vrouw met de hond weet inmiddels dat voor hun beide de achterdeur opengaat. Ik heb nog enkele minuten voor vertrek en loop buitenom naar de achterdeur en maak een praatje met de vrouw. Ik zeg dat het mij op valt dat de hond uitgerekend mijn bus in de smiezen heeft. De vrouw glimlacht en zegt dat haar hond uit alle bussen juist de bus voor lijn 41 feilloos herkent. Ter info; een nog vrijwel nieuwe Setra bus, 15 meter lang, dubbele meedraaiende achteras. In totaal zijn er 15 van deze Setra bussen in gebruik specifiek voor lijn 41. De vrouw praat nog even de laatste minuut vol trots over haar hond. Haar vorige hond was overigens nog slimmer krijg ik te horen. Ze kent enkele chauffeurs die vast op lijn 41 rijden bij naam. Frans heeft altijd wel een koekje op zak voor haar hond. ‘Chow’ begint zich klaarblijkelijk te vervelen en opent gapend zijn bek en met een korte “houwh” geeft hij aan dat het nu echt tijd is om te vertrekken. Ik nader Odijk-Zuid en ook ‘Chow’ weet dat feilloos. Hij wijst mij er fijntjes op dat we er bijna zijn; “houwh”. In Wijk heb ik pauze en rijd naar de vestiging, de busremise. Ik ben nog niet de bus uitgestapt of ik word hartelijk verwelkomt met een hongerige “miauw”. Ik vertel Poes nog even geduld te hebben. Frans komt een half uurtje later koffie drinken.
Lees ook: Van kantoorbaan naar busbaan.